Blog: Omgaan met afleidingen
Als je optimale concentratie wilt bereiken moet je eerst weten wanneer dit wel of niet geval is en je afgeleid bent. Hiervoor gebruiken we in de sportpsychologie vaak de Eberspacher cirkels. De Eberspacher cirkels zijn zes cirkels, waarbij de binnenste cirkel volledige focus is op de taak en de buitenste cirkel het meeste van de taak verwijderd is.
Aandachtcirkels
-
“Cirkel 1” gaat over ik en mijn taak. Zit je in deze cirkel? Dan is aandacht op de taakuitvoering (waarnemen, beslissen, uitvoeren). Je aandacht is dan volledig op je taak gericht. Je denkt niet aan dingen buiten de taak om, alleen de taak zelf is in je gedachten. Je kijkt naar de taak, voelt het, zoals bijvoorbeeld de bladmuziek of de bal of stick in je handen. Je denkt aan de taak en bent daarmee bezig en voert die taak dan ook uit.
-
In “Cirkel 2” is je aandacht op de directe afleidingen in de omgeving. Dit is bijvoorbeeld het horen van je coach of het publiek. Misschien ben je afgeleid door het type veld of zaal waar je op staat. Je kan door alle zintuigen afgeleid raken van je taak, en dat zijn allemaal directe afleidingen. Je voelt de wind of de regen, hoort het publiek, ziet misschien wel iets aan de andere kant van de zaal of het veld gebeuren.
-
Bij “Cirkel 3” ga je vergelijkingen maken tussen hoe het is en hoe je het wilt. Dit gaat over hoe je de taak uitvoert, ben je er wel of niet tevreden mee, hoe had je het gewild en hoe is het? Je bent bezig met vergelijkingen stellen over hoe het normaal gesproken gaat en hoe het nu gaat.
-
“Cirkel 4” gaat over gedachten over slagen en falen. Dit zijn gedachten als: ‘Ga ik winnen?’ of ‘Ga ik verliezen?’. Je bent bezig met de gedachten over het winnen of niet winnen, waar je niet volledige controle over hebt. Dit gaat over je taak, maar is niet je taak.
-
In “Cirkel 5” gaat de aandacht naar gedachten aan de gevolgen van het slagen/falen. Als je verliest of wint, wat gebeurt er dan, wordt je dan wel of geen kampioen, heb je dan nog meer wedstrijden, heb je dan wel of geen feest. Alle gevolgen van het winnen of verliezen op zowel korte als lange termijn.
-
In ''Cirkel 6'' gaat het over de zinvraag. Je aandacht en concentratie ligt op de vraag ‘Wat doe ik hier?’. Hier komen vragen naar voren als, ‘Wat wil ik’ en ‘Wat doe ik hier’. Je denkt bijvoorbeeld aan je einddoel of resultaatdoel, je motivatie om dit te winnen of om te presteren.
Volledige focus en omgaan met de afleiding
Alleen als je aandacht in Cirkel 1 zit ben je volledig gefocust op je taak. Als je je collega’s hoort praten zit je al in Cirkel 2. Wanneer de aandacht bijvoorbeeld afdwaalt naar wanneer het af moet, of dat het sneller of beter moet zit je al Cirkel 3 en ben je niet meer geconcentreerd op je taak. Je denkt aan hoe het moet, hoe je het wilt zien, hoe je wilt presteren.
Als je in een andere cirkel terecht komt is dat niet erg. Wat je dan moet doen is dat signaleren en bewust worden van het feit dat je even afgeleid bent. Accepteer dat je bent afgeleid en daar van kan balen. Het is oké om even afgeleid te zijn, dit gebeurt. Breng dan de focus en aandacht terug naar de taak. Dit kan je doen door ernaar te kijken en eraan te denken.
Tip: Plak een sticker op je taak als reminder om de aandacht erbij te houden.
Door met focussen
Wil je meer leren over aandacht en concentratie? Neem dan contact op met MOVE. Zowel teamsessies als individuele sessies zijn een optie en we gaan graag met jou deze uitdaging aan!